Weetjes over gebarentaal
Dove mensen horen geen geluid. Daarom gebruiken ze een taal met gebaren als eerste taal. Daarom zegt men: 'gebarentaal is de natuurlijke taal van doofgeboren mensen'. Deze taal is visueel en ontstaat vanzelf.
De gebarentaal heeft een eigen gebarenschat, eigen grammatica en eigen uitdrukkingen. De gebarentaal is een echte en volwaardige taal. Je kan er alles mee uitdrukken. Ze is niet afgeleid van de gesproken taal. Daarom is ze ook zo verschillend van structuur.
Mensen hebben altijd willen communiceren met elkaar. Dus ook de dove mensen wilden communicatie en gebruikten daarvoor gebaren. Waar een groepje doven samen kwamen, ontstond een eigen gebarentaal. Daarom zijn gebarentalen niet internationaal. In Vlaanderen ontstond de gebarentaal in de dovenscholen in het begin van de 19de eeuw.
In Vlaanderen wordt de Vlaamse Gebarentaal (VGT) gebruikt. Mensen denken dikwijls dat er in Vlaanderen verschillende gebarentalen zijn, maar dat is niet waar. De grammatica van de VGT en veel uitdrukkingen zijn overal in Vlaanderen hetzelfde. Maar er bestaan in Vlaanderen wel vijf varianten, noem het dialecten, die ontstaan zijn in de Doveninstituten. Daardoor zijn sommige gebaren van streek tot streek verschillend. Dit is ook zo in andere landen. Maar als men veel vormnabootsende gebaren gebruikt, kan men gemakkelijk alle landgenoten verstaan en zelfs een gesprek voeren met buitenlanders.
In 1988 heeft het Europees Parlement gebarentalen officieel erkend als de taal van Doven. Ook in Vlaanderen en Wallonië is dit gebeurd. In Vlaanderen werd de Vlaamse Gebarentaal officieel erkend op 26 april 2006.
Er bestaat reeds een aantal jaren een tolkenopleiding in Destelbergen en in Mechelen. Deze tolken Vlaamse Gebarentaal worden voor hun prestaties betaald door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Dit Agentschap subsidieert ook het Vlaams Communicatie-Assistentie-Bureau voor Doven (CAB), dat tussenpersoon is voor het toekennen en betalen van de tolkuren.
Poster met 10 weetjes over gebarentaal
Meer weten over VGT
Handalfabet
Het Vlaams handalfabet maakt onderdeel uit van de Vlaamse Gebarentaal (VGT). VGT heeft voor alle begrippen een gebaar, terwijl het handalfabet voor elke letter van het Nederlandse alfabet een aparte handvorm heeft. Het handalfabet wordt vooral gebruikt als hulpmiddel voor het uitspellen van namen. We noemen het daarom ook wel "vingerspelling". Vooral horende mensen gebruiken het voor het spellen van woorden waarvoor ze het gebaar (nog) niet weten.
Het handalfabet is tamelijk snel te leren. Het zijn immers maar 26 handvormen. Het leren van de Vlaamse Gebarentaal zelf duurt langer, want dat bestaat uit duizenden gebaren en heeft een eigen grammatica.
Leer zelf het handalfabet of leer het je kinderen
Nederlands ondersteund met gebaren
Niet iedereen kan goed communiceren in VGT. Veel (ernstig) slechthorenden en plots- en laatDoven kunnen niet (meer) goed communiceren, maar ze kennen ook (nog) niet de Vlaamse Gebarentaal. En ook in de communicatie tussen Doven en horenden is VGT voor de horende persoon dikwijls niet gemakkelijk. Daarom wordt er ook wel een tussenvorm gebruikt: het Nederlands ondersteund met gebaren (NmG). Bij NmG wordt Nederlands gesproken, waarbij dit ondersteund wordt met gebaren uit de VGT, als een soort ondertiteling. Het volgt dus gewoon de grammatica van het Nederlands. NmG is dan ook geen echte taal, maar het is een kunstmatige tussenvorm van het Nederlands en de VGT.
Niet alleen voor Doven
Gebaren is trouwens niet alleen voorbehouden aan Doven en slechthorenden. Het wordt ook veel gebruikt bij mensen voor wie spreken op de een of andere manier niet logisch of mogelijk is. Bijv. door mensen die autistisch zijn of een verstandelijke handicap hebben. Soms kun je die mensen beter op een visuele manier bereiken. NmG of een afgeleide daarvan blijkt in deze situaties dikwijls een oplossing.
Verder worden gebaren ook gebruikt door mensen die niet of (zeer) moeilijk kunnen spreken, omdat ze om een of andere reden niet verstaanbaar kunnen spreken of bijv. ernstig stotteren.